Voor de marinade:
2 eetlepels azijn
2 gekneusde stengels sereh
2 theelepels geraspte gemberwortel
1 fijngesneden teentje knoflook
6 eetlepels zonnebloemolie
Meng voor de marinade de azijn, sereh, gember, knoflook en
zonnebloemolie.
Schep het vlees erdoor en laat het ± 1 uur marineren.
Kook intussen de krieltjes in water met zout in 15-20 minuten
beetgaar.
Schep het vlees uit de marinade, bewaar de marinade.
Verhit de olie in een wok en roerbak de vleesreepjes hierin ± 4
minuten.
Voeg de courgette, paprika, lente-ui en appel toe en bak ze 2-3 minuten
mee.
Schenk de marinade en de bouillon erbij en laat het mengsel nog ± 5
minuten sudderen.
Verwijder de sereh en schep er de gekookte krieltjes door.
Breng het gerecht met zout en peper op smaak en strooi er de peterselie
over.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |